Het kabinet ziet af van de geplande bezuiniging op de arbeidsongeschiktheidswet, de WIA. Werkgevers en werknemers gaan zich inzetten voor een snelle terugkeer op de werkvloer van zieke werknemers. Minister Koolmees van SZW heeft dit afgesproken met de werknemersorganisaties.


In het regeerakkoord is een aantal maatregelen opgenomen op het gebied van de WIA en de loondoorbetaling. Doel is dat mensen sneller weer aan de slag gaan en om de verplichtingen rond de ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregelingen voor kleine ondernemers te verlichten. Deze maatregelen hadden echter weinig draagvlak onder werkgevers en werknemers. De Tweede Kamer heeft minister Koolmees daarom dit najaar de ruimte gegeven om niet alleen voor de loondoorbetaling, maar ook voor de WIA naar alternatieven te zoeken.

De alternatieven moeten nog uitgewerkt gaan worden door een werkgroep van de Stichting van de Arbeid. Hierin zitten vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en van het ministerie van SZW die gaan onderzoeken hoe (in principe binnen de huidige financiële kaders) de arbeidsparticipatie van volledig  en gedeeltelijk arbeidsongeschikten kan worden verhoogd. Ze gaan daarbij onder andere kijken naar de wijze van vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid.

Op 20 december 2018 heeft minister Koolmees afspraken gemaakt met de werkgeversorganisaties rond de loondoorbetaling. En met de werknemersorganisaties over de WIA. Wat betreft de WIA gaan de voorgenomen wijzigingen in het Regeerakkoord niet door:

  • Er wordt afgezien van de voorgenomen aanscherping van het schattingsbesluit. Dit is de systematiek waarmee bekeken wordt of iemand in aanmerking komt voor een gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering.
  • Er wordt afgezien van de inkomenseis van de WGA 80-99%. Het regeerakkoord gaf aan dat zij ook onder de inkomenseis moesten vallen en dat ze tenminste 50% van hun restcapaciteit moesten verdienen voordat ze in aanmerking kwamen voor een hogere WGA loonaanvulling. Dit is nu van de baan. De groep 80-100% blijft als volledig arbeidsongeschikt bestaan zonder inkomenseis.
  • Bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100% bepaalt de duurzaamheid of ze in aanmerking komen voor de regeling WGA of IVA. De IVA is alleen van toepassing indien ze naast volledig arbeidsongeschikt ook duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Bij de voorgenomen wijziging in het regeerakkoord zou de IVA groep alleen maar van toepassing zijn geweest bij 100% arbeidsongeschiktheid. Dat is nu ook van de baan.

De plannen uit het regeerakkoord die gehandhaafd en ondersteund worden zijn:

  • Wanneer iemand met een WIA-uitkering aan het werk gaat, wordt hij of zij vijf jaar lang niet herbeoordeeld. Dit maakt het voor mensen aantrekkelijker om terug te keren naar de werkvloer. Op dit moment kan een WIA-recht beëindigd worden, wanneer de WIA-gerechtigde langer dan 1 jaar tenminste 65% of meer van het oude loon heeft verdiend. Dan ontstaat op basis van de praktische verdiencapaciteit een einde aan het WIA-recht waarbij de werknemer veelal nog 1 jaar de WGA-loonaanvulling behoudt, maar daarna terugvalt op alleen het gerealiseerde inkomen. Door geen herbeoordeling te doen gedurende de eerste vijf jaar na toekenning WIA, wordt het aantrekkelijker voor mensen om terug te keren in een beter betaalde baan.
  • Ook wordt een experiment gestart met scholing voor arbeidsongeschikten.
  • Er komt extra geld voor persoonlijke ondersteuning vanuit het UWV.

Maatregelen werken nog niet activerend
Het oorspronkelijke doel van het regeerakkoord was om de WIA meer activerend te maken voor de grote groep 80-100% volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikten. Dat wordt met deze maatregelen nog niet behaald. De werkgroep moet dus met nieuwe alternatieven gaan komen waarbij er vooral gekeken gaat worden naar de wijze van vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Veel mensen zijn binnen het CBBS op arbeidsdeskundige gronden volledig arbeidsongeschikt omdat er geen functie te duiden is. Het IBO-rapport geeft aan dat een grote groep wel mogelijkheden heeft om te werken en dat deze nauwelijks worden benut.

Dat de loondoorbetaling bij ziekte terug naar 1 jaar voor kleine werkgevers van de baan is en de moeilijke wijzigingen in de WIA niet doorgaan, wordt door de minister mooi verkocht. Hij benoemt dat de WIA-instroom al minder wordt met de plannen voor de loondoorbetaling bij ziekte zoals die met de werkgevers zijn. Maar die logica is echt voor de professional niet te ontdekken. Dat het ministerie van SZW apart met de werkgevers en de werknemers afspraken heeft moeten maken, is een teken dat ze niet meer samen met elkaar om tafel zijn gegaan. De spanning tussen de sociale partners is hoog opgelopen, o.a. door het mislukken van het pensioenakkoord in november 2018.

Ten aanzien van het afschaffen van de bezuinigingen op de WIA hebben de werknemers hun wensen in vervulling zien gaan. En de werkgevers wilden zelf niet de loondoorbetaling alleen voor kleine werkgevers terug naar 1 jaar hebben. Nog los van het feit dat dit uitvoeringstechnisch heel lastig was geweest, was ook niemand blij met het betalen van een uniforme premie voor het tweede ziektewetjaar door de kleine werkgevers.

We zullen uiteraard voor u blijven volgen met welke alternatieven de Stichting van de Arbeid gaat komen. Verbeteringen zijn zeker nodig. De laatste jaren is de WIA-instroom hoog. Er zullen zeker alternatieven uitgewerkt moeten worden door een nieuwe werkgroep. Ook is een andere commissie reeds bezig met ‘de toekomst van de arbeidsmarkt’ ; zij moeten de totale samenhang bezien van de arbeidsmarkt, sociale zekerheid en fiscaliteit. Het is de verwachting dat zij voor 1 november 2019 met een interessant rapport komen.

Bron: regeerakkoord Rutte 3, rijksoverheid.nl, IBO rapport ‘geschikt voor de arbeidsmarkt’ uit 2017

Het bericht Nieuwsflits: Bezuinigingen WIA van tafel verscheen eerst op CS Opleidingen.